Zaterdag 23 juni: Siergrassen, Koninginnenkruid,

Vandaag komt Theo siergrassen en Koninginnenkruid uit zijn tuin brengen. PFFFFF, Wat voor soort Koninginnenkruid? Ik heb er 1 maar die is anders dan die van Theo. Het is de Eupatorium cannabinum, ook wel Leverkruid genoemd, inheems in Europa.



Na lang zoeken kom ik op de site van Imkerpedia terecht. De gekregen plant blijkt de Kidney-root (Nierwortel) of Eupatorium purpureum te zijn, een soort die inheems is in de vochtige bossen van Noord-Amerika. Als het klopt.

De siergrassen plant ik bij "Draadgras" van Ton de Vreede zodat Draadgras zich echt de "King of the Grasses" kan voelen.



Als Theo en ik in de moestuin arriveren komt Kleine kraai langs. Landt op de balustrade van het kruiwagenrek en begroet ons met getril en geluidjes. Als ik straks 14 dagen op vakantie ga zal Theo bij droogte zorgen dat zijn badderbak gevuld blijft. Hopelijk zie ik hem weer als ik terug ben.
Feit is dat hij tegenwoordig in gezelschap is.

En heb ik hem terug gezien toen ik terugkwam? Nee dus! Alleen die laatste regel 'Feit is dat hij tegenwoordig in gezelschap is.' blijft voor mijn gevoel bestaan. Toen ik van de vakantie (van 27-06 tot 12-07) terug kwam heb ik vaak kraaien over zien vliegen met de Kastanjeboom als tussenstop, altijd in groepjes van 2 of 3. Ik hoop dat dàt het kleine gezelschap is waar Kleine kraai in verkeert.

De dag van vertrek, woensdag 27 juni, maakt Gerben enkele foto's van de tuin en van Kleine kraai die weer op bezoek is. Het is de laatste keer dat we elkaar op deze manier ontmoeten:



De vakantie is een grote verrassing geworden zowel voor Gerben en mij als voor de mensen die we (toevallig) in de Morvan tegenkomen. Voor onze vakantie zie:
Trip naar Frankrijk.

Toen ik terugkwam en na een maandje "wentijd", weer flink aan de slag. Zie foto's van Koos die begin september genomen zijn:

Foto's van Koos september 2012

Zondag 10 juni: Vrije vogel

Kleine kraai is, precies 14 dagen nadat ik hem vond en precies zoals de man van de Dierenambulance voorspelde, een vrije vogel.
In de nacht van vrijdag op zaterdag heb ik een slaapplek onder het dak van de kapschuur voor hem gemaakt door een paar boomstammen over de dragers te leggen. In de nacht van van zaterdag op zondag wil hij ook daar niet meer slapen maar "gewoon" in de Hazelaar.



Als ik zondagmorgen kom kijken zit hij daar nog lekker op zijn plaatsje.
Van de Hazelaar vliegt hij/zij naar het lage deel van de dakgoot. Daar begint een zeer interessant onderzoek naar eetbare hapjes. Hij vliegt nog een paar keer tussen de bomen en het dak om uiteindelijk op de hoogste nok van het dak te belanden met uitzicht over de hele wereld. Hier ontmoet hij pappa kraai die even naast hem komt zitten. Maar snel vol walging wegvliegt als Kleine kraai de "ik-wil-voer-in-mijn-strot" houding aan neemt.
Daarna is Kleine kraai weggevlogen.



Enkele dagen heb ik hem niet terug gezien. Stil is het om mij heen geworden en natuurlijk ben ik een beetje treurig. Maar ik heb het gevoel dat ik de vogel prima opgevoed heb voor zover ik alles kan weten.
Hij ziet er mooi glanzend groen/blauw uit, kan eten vinden, maakt zich veelvuldig schoon en is gek op badderen.

Na twee dagen is hij teruggekomen, zomaar om even te chillen. Dat doet hij vaker. Klieren met water, bedelen om wat lekkers, spelen en geluiden maken, pikken in de moestuin.
De aardbeien heb ik beschermd tegen slakken, toch worden ze aangevreten, met flinke happen. Ik verdenk Kleine kraai.


Doderdag 7 juni: Een griezelig experiment

Twee dagen geleden heeft Kleine kraai zich uitgeleefd op de picknicktafel, een plek die hem mateloos boeit. Hij onderzoekt de gleuven tussen de planken van het tafelblad en stapt voortdurend mis met zijn kleine pootjes.

Kleine kraai kan niet meer opgesloten worden, ik besluit tot het volgende experiment.
Vanaf 7 uur in de morgen laat ik hem vrij met de katten erbij. Ik grijp niet in, alleen als de katten op hem springen zal ik proberen ze voor te zijn.
Ik leg alles op film vast zodat ik voortdurend bij de vogel in de buurt blijf en later kan evalueren door de opnames te bestuderen.

Deze dag onderneemt Kleine kraai vliegpogingen, de eerste zelfs krijsend aangemoedigd door pappa kraai die hem vanaf de nok van de kapschuur aanmoedigt. Een prachtig gezicht en ... een oorverdovend lawaai!
Aan het eind van de dag kan Kleine kraai vanaf de picknicktafel een meter of zeven vliegen, hij komt dan nog op de grond terecht.

Ik snap niet hoe een vogel zelfstandig leert eten. Ik denk dat ik Kleine kraai stukjes voedsel, een geweekte hondenbrok dus, voor moet houden en dat hij dan moet leren stukjes van die brok tussen mijn vingers uit te pikken.
Hier ben ik de vorige dag mee begonnen met eindeloos geduld. Uren houd ik hem eten voor maar de vogel begrijpt niet wat er van hem verwacht wordt, hij blijft zielig krijsen om het voedsel in zijn strot geduwd te krijgen.
Vandaag is het de 2de dag dat ik met hem oefen, ik gebruik zelfs aardbeien in de hoop dat hij door het vocht dat eruit springt ideeën opdoet. Maar alles wat maar even op "pikken uit de hand" lijkt, blijkt op toeval te berusten.
Totdat ik besef hoe verkeerd ik denk en de vogel aan het kwellen ben.

Het volgende filmpje is een beetje zielig, hier probeer ik Kleine kraai uit mijn hand te laten eten. Bij de eerste opname houd ik zelfs een deel van mijn vinger voor de lens.

Er bestaan natuurlijk geen vogelmoeders die hun jong voedsel met de snavel voorhouden en dan uren wachten tot het jong dat voedsel eruit pikt.
Ik haal "voedsel verzamelen" en "netjes eten" door elkaar met mijn mensengedachten. Voedsel verzamelen zal voor zo'n jonge vogel waarschijnlijk een vorm van "ervaringsleren" zijn, zoals met de snavel wroeten in de gleuven van de picknicktafel en bij toeval iets vinden dat eetbaar is.
Een dag later gaat Kleine kraai uitgebreid op onderzoek in de dakgoot en tussen de dakpannen wat samenvalt met zijn vliegcapaciteiten die snel toenemen. Ik zie hoe hij op het dak smult van insecten en zaadjes.
Ik begrijp nu waarom zo'n vogel nog een tijdje door de ouders verzorgd moet worden. Bij de Zwarte kraai zie ik alleen de moeder voeren, zij zal waarschijnlijk tijdens de uitvliegperiode een tijdje blijven bijvoeren en dit langzaam afbouwen.
Zo leer je nog eens wat uit de praktijk.

Zondag 3 juni 2012: Het leven gaat verder

Ik moet zorgen dat ik afkick van Kleine kraai. Het is vandaag dag 1 van week 2 dat ik hem heb. Over ongeveer 6 dagen moet hij kunnen vliegen. Hij kan al zelf uit zijn hok komen, via een sprongetje en een beetje fladderen, onder aanmoediging van de ouders die hem luid schreeuwend in de gaten blijven houden maar geen toenadering zoeken.

Ik weet niet of hij er gezond uitziet, ik heb geen ervaring met dit soort beoordelingen. Hij eet goed, is erg levendig en leert iedere dag beter hoe hij snel zijn kooi uit kan wippen. Dat betekent dat ik hem niet meer alleen kan laten met het deksel van de kooi, te gevaarlijk met de wilde katten op mijn terrein. Ik houd het deksel op de kooi als ik weg ben, ieder uur na het voederen wordt het deksel er opgeschoven.
Ik ga regelmatig in de moestuin werken en neem hem mee, daar kan hij hoog op houten palen zitten. Dit doe ik omdat hij hier een kans heeft "voor het eerst uit te vliegen". Als ik wormen vind kan hij direct smullen.
Toch domesticatie dus, ik weet niet hoe dit anders moet. Gelukkig worden wij bij al dit soort activiteiten door de ouders, vooral pappa Kraai, in de gaten gehouden en uitgescholden. Ik blijf hopen dat dit geen negatief effect heeft op heropname in het kraaiengezin. Eigenlijk denk ik van wel: niet de ouders zullen zich van het jong afwenden, het jong zelf is gewend aan een nieuwe ouder, dat ben ik. Dus als hij kan vliegen zal hij waarschijnlijk niet eens naar de kraaienfamilie gaan maar bij mij blijven, in eerste instantie.
Sombere gedachten, we zullen zien.

Dicht bij het kraaiennest hangt een voedersilo. Misschien wel 1 van de redenen waarom de kraaien voor de plaats van hun nest gekozen hebben. Ze kunnen niet bij de silo maar moeder kraai pikt nu voortdurend snel wat van de grond om dan in haar nest te verdwijnen. Tot grote schrik van de mussen die over elkaar heen buitelend de silo leegvreten en de Groenling die bekend staat om zijn veelvreterij. Op deze prachtige site met veel mooie foto's staat te lezen: De hoge sterfte onder groenlingen is dan ook hoofdzakelijk te wijten aan de overmatige eetlust. Hij is een echte schrokkop en praktisch alles wat voor zijn snavel komt, werkt hij naar binnen. Flink naar beneden scrollen!

Op 19 mei hadden we onze fietstocht over Bermbeheer. In de bermen van het wandellaantje tussen de Rensumalaan en de Rensumaborg kwamen wij deze onbekende plant tegen:


Johanna, medelid en secretaris van mijn IVN club heeft het opgezocht, het blijkt Knopig helmkruid te zijn. Op de site van Wilde planten kun je hier meer over lezen.