30 april: Rondje tuin

Koninginnedag, een zeer geschikt moment, ook gezien het natte weer van de afgelopen tijd en de daarmee samenhangende structuur van zware kleigrond, de strijd met penwortels aan te binden: het rooien van Paardenbloemen.
In het 'wilde' land mogen ze blijven staan. Hieronder de paardenbloemen in de Lange rietlaan. Links komt het riet 3 meter hoog langs de sloot te staan, een laan om stoned doorheen te lopen. Hier rooien is onbegonnen werk en ik vind dat gele botergoud prachtig, vooral als de zon schijnt.


Maar er zijn andere plekken, het weitje met de Kievitsbloemen dat straks blauw ziet van Kruipend zenegroen en Ereprijs, daar moeten ze met de hand gerooid worden. Zwaar werk want de penwortels steken 30 tot 40 cm diep.
Ik werk in kringen. Eerst op de belangrijkste plek. Dan een cirkelvormige strook van 1,5 meter daar omheen. Dan, met de machine, enkele stukken die tegen de schoongemaakte grond aanliggen en niet zo belangrijk zijn zodat het op het oog al aardig begint te lijken.
Dan de overgebleven stukken, tegen de -met de hand- gerooide grond aan, waar planten groeien als Lievevrouwebedstro, Zenegroen, Ooievaarsbek, Ereprijs, Boshyacint , (Mukus)Kaasjeskruid, enzovoort, allemaal planten die ruimte moeten krijgen zich uit te breiden.

Maar eerst een rondje tuin om mijzelf te motiveren.






Het moeras staat vol water door de regenval. De planten langs de rand, Moerasrolklaver, Valeriaan, Moerasspirea, (Knikkend) nagelkruid, enz enz, zijn al duidelijk herkenbaar.
Wat betreft het Knikkend nagelkruid (Geum rivale) bestaat er volgens de literatuur maar 1 soort. Toch heb ik twee verschillende, zie de foto hierboven. De Geum rivale rechts is de plant die je in de literatuur tegenkomt, de plant links heeft andere bloemen en bloeit iets eerder. Ik snap dit niet en moet het de komende tijd uitzoeken.

In het wilgenpad ligt nog een afgezaagd stuk Sleedoorn dat ik moet opruimen.

Ik kan de naam Sleedoorn niet onthouden, doornig is ie, dat is zeker, maar 'slee'? Onderzoek op internet geeft informatie over de struik. Onder andere een prachtig document op de site van Plantaardigheden onder Sleedoorn - Prunus spinosa.
Over alle kenmerken van de struik, over Doornroosje, Burchten, de Walpurgisnacht en zelfs een 'sleedoorndrupke'.

Op de site van Dier en Natuur staat o.a. te lezen:
Slee' betekent 'de tanden stroef maken', als je een verse bes proeft, is het net alsof de mond rasperig word, dat komt door de eerder vermelde looistoffen, die in de bessen aanwezig zijn. Bij de Sleedoorn proef je dat extra sterk waarschijnlijk omdat je een contrasterende combinatie van smaken in de mond krijgt door de ook aanwezige vruchtenzuren. Ook de volksnaam 'Trekkebek' verwijst naar de wrangzure smaak, waar je dus een vieze bek van trekt.
Bij het "nieuw Woordenboek der Nederlandsche taal" staat 'Slee' omschreven als:
Slee, v. (-ën), wilde pruim. *-, bn. zuur; stomp. *-BOOM, m. (-en), boom waaraan sleeën groeijen. *-DOORN, m. (-en), sleeboom.
Ik denk dat ik de naam nu beter kan onthouden.

En dan de krentenboompjes die maart 2010 achter in de tuin geplant zijn, op advies van een medewerker van Landschapsbeheer. Ze zijn nog heel klein maar nu bloeien ze allemaal, dat belooft veel rode besjes in de herfst:


Ook achter in de tuin staat een grote bos Look zonder look. Een plant waarvan men mij jaren geleden vertelde dat het gemeen onkruid zou zijn maar nu weet ik beter. Als je gewerkt hebt met de langste penwortels en wortelstokken ter wereld geniet je van deze gezellige planten. Op de site van 't Kruidenvrouwtje kwam ik een recept tegen van Look zonder look crêpes die ik binnenkort ga bakken.


Als ik terugkom bij het huis, langs de bak met oranje Ranonkels loop, koninginnedag ja, kijk ik in de sloot naar de uitgebloeide plakken Gevlekt longkruid en Groot hoefblad.



Nu penwortels trekken!

25-04-2012: (vrouwelijke) Boswilg en Kievitsbloem

In het Wilgenpad zie ik tussen de wal van struiken bij de buren, dichtbij mijn eigen 'mannelijke' Boswilg, een vrouwelijke Boswilg staan. De katjes van de vrouwelijke Boswilg zijn beduidend kleiner, tijdens de bloei hebben de stampers mooie gele stempels maar lang niet zo mooi dan de talloze gele meeldraden bij de bloei van de mannelijke boom. Op het moment dat ik onderstaande foto's neem is de vrouwelijke Boswilg haast uitgebloeid. Het vreemde is dat de mannelijke boom, een paar meter verder aan de andere kant, al helemaal uitgebloeid is. Hoe kunnen ze elkaar dan bevruchten?
En dan opnieuw een ode aan de Wilde kievitsbloem, de Fritillaria meleagris L., die ik tientallen jaren geleden uit Frankrijk geïmporteerd heb. De 'L.' slaat op de naam Liliaceae: Leliefamilie.
Drie stelen met elk 2 bloemen, 2 stelen met 1 bloem en enkele korte steeltjes waar volgend jaar misschien iets aankomt? Deze Kievitsbloem heeft enorme zaaddozen. Vorig jaar uitgezaaid rond het moeras maar het schijnt dat zaailingen pas na 7-8 jaar gaan bloeien. Dus heb ik vorige herfst/winter bolletjes gekocht en uitgeplant bij het moeras waarvan er enkele zijn gaan bloeien. Maar niet zo mooi als deze:
Zoek naar 'Het verbond van kievitsbloemen en hommels' waar  veel staat over Kievitsbloemen. In ieder geval genoeg om te begrijpen dat winterse overstroming belangrijk is en dat ik dus naar goede 'habitat'plekken moet zoeken op mijn terrein. Die zijn er genoeg, blijft over de strijd tegen de grassen en Kruipende boterbloem op die plekken! Als je kijkt naar de dikte van mijn 'Kievitsstruik' hierboven zie je goed dat vermeerdering door vegetatieve voortplanting plaatsvindt. Toen ik wat Kruipend zenegroen rond de plant wegtrok zag ik dat er bloemloze stengels en blaadjes rond de plant stonden die ongetwijfeld volgend jaar of later gaan bloeien. In ieder geval is de kans groot dat plaatsing van bollen op verschillende experimenteerplekken de moeite waard kan zijn.

10 april 2012: In het Wilgenpad

Ondertussen zijn de Boswilgen in het Wilgenpad haast uitgebloeid, het blijken allemaal mannetjes te zijn! Als je naar het pad toeloopt zie je goed hun gele kuiven op een rijtje staan:


We hebben nog 3 mooie takken van de 'vaderstruik' afgezaagd en tegen de houtril in het pad geplant, deze keer vakkundig in tegenstelling tot de 3 wilgen die we jaren geleden geplant hebben. Dat die uitliepen was puur toeval en een grote verrassing voor ons. Ze zien er geschonden uit.



Het hele Wilgenpad is nu volgeplant met mannelijke Boswilgen, op enkele andere soorten na. Er moeten vrouwelijke bomen aangeplant worden, bijvoorbeeld aan de andere kant van het pad tegenover de mannelijke zodat ze elkaar via de wind kunnen bestuiven.

03-04-2012: Van alles

Niet toevallig kwam ik op de website van Stichting Oase terecht. Daar heb ik een document gedownload over de aanleg van Een verschraalde Oase. Je moet dan nog wel op "Oasetuin" klikken.
Daar kan ik misschien wat mee. Ik ben lid geworden om mijn creativiteit, vakmanschap en motivatie verder te ontwikkelen.

Deze winter heb ik voor het eerst aandacht geschonken aan vogels in mijn tuin. Veel gelezen, voedersilo's en voer gekocht, dingen uitgeprobeerd, speciale vogelplekken gemaakt. Namen leren, oefenen in herkennen. Dat valt niet mee, bovendien heb ik niets met vogels. Het begon met mussen, Koolmezen, een heel schuchter roodborstje èn een Grote bonte specht!
Nu, een half jaar later, komen de mooiste soorten op de voederplekken af en is er zelfs een keer een (mislukte) aanval uitgevoerd door een Sperwer. Hier zit die aanvaller in de Berk voor het huis:


Mijn tuin is een buffer die de woeste winden over het vlakke land opvangt voordat je verder het dorp ingaat. Kleine vogels zullen op die grens niet snel nestelen. Een paar dagen geleden zag ik wel een stel kraaien in en uit de top van de Oostenrijkse den vliegen. Met allerlei nestmateriaal in hun snavel. Of dit wat wordt?