Speltbrood met sesamzaad

Hier enkele foto's van het goed uitziende, goed ruikende, niet te droge en smakelijke brood dat ik op wo 6 augustus gebakken heb. Alleen de structuur is wat compact. Te ruw met (hand)kneden geweest?
Er is 250 gr tarwebloem en 240 gr speltmeel gebruikt, het recept komt uit de keuken van Levine.

Onderhoud

Een overzicht in het midden van de tuin. Enig achterstallig onderhoud maar de temperaturen zijn te hoog om te werken.
Je kijkt eerst tegen een strook kruiden die verruigen op grond waar je 's winters niet kunt lopen vanwege de hoogte van het grondwater en die 's zomers langzaam uitdroogt door de combinatie hete zon en harde, mistral-achtige noord-westelijke winden. Als het regent wordt het binnen korte tijd nat door de snelle aanvoer van grondwater en de extra toevoer van water uit de dakgoten.
Rechts achteraan, tegen de achtergrond van de rietwal, staat een jonge berk en zie je links en rechts van die berk de witte weerschijn van Wilde peen.



Nog een doorkijk met links vooraan en in het midden exemplaren van de statige Hertshooifamilie. Merkwaardig mooie planten, alle soorten met knalgele bloemen en prachtige dikke bloedrode zaden. Hoe onthoud ik de naam hertshooi? Ik las ergens dat hertshooi een verbastering van "hard hooi" is, verharde stukjes in het zachte hooi, dat zouden de stengels van het Kantig of Gevlekt hertshooi veroorzaken, boeren hadden dat liever niet in hun hooiland vanwege schade aan de veestapel. Met welke (uitgebloeide) soort we op de foto te maken hebben weet ik niet: Kantig of Gevlekt hertshooi.
Ze zijn nu uitgebloeid, krijgen verdorde blaadjes langs een stevige stengel met bovenin de prachtige dikke bessen, eerst groen, dan rood en zwart voor het openspringen. Ze doen het goed op grond waar ze zich thuisvoelen, per soort ligt dat heel verschillend. De soort Mansbloed zou op deze plek niet groeien, die zoekt een kalkrijke omgeving.

In het midden wat meer naar achteren een overgebleven, uitgebloeide stengel van Valeriaan.
Rechts achter de korte stevige struik van de Rimpelroos. Komt uit de haven van Delfzijl, groeide in 't wild langs de dijken van de zeehaven. Speciaal naar huis gereden om gereedschap te halen en het plantje uit te graven. Veel van plaats gewisseld. Waar die nu staat is een kopie van zijn oorspronkelijke omgeving: op een dijk. De plek vul ik aan met grit en zand, veel schelpen materiaal. Hij groeit krachtig breed uit, moet soms ingetoomd worden. Van binnenuit moet je de oude takken die er tussen zitten, wegknippen. Hij vraagt onderhoud. Maar misschien breidt de struik zich kruipend over de grond breed uit tussen de kruiden die er allemaal al staan door. Knal roze-rode bloemen tussen al die paarse en gele kleuren door, zou dan het resultaat zijn. Zo'n plek is af.


Hier groeit het Mansbloed, een andere soort van de hertshooifamilie. Bij de keukenmuur, op/bij/tussen stenen aangevuld met tuingrond. Het metselwerk rond het huis is goede grond voor deze kalkminnende soort. Hij komt uit het dorp van twee jongens in een grote villa die veel struiken mansbloed tussen de kiezels naast hun toegangshek hebben staan. Goede informatie over Mansbloed op wildeplanten.nl.


Een doorkijkje naar de kruidentuin.



Onkruid dat weggehaald moet worden maar ook mooi bloeit: munt, heelblaadjes en kattenstaart. Rechts jonge berken in de rand van de moestuin die komende winter uitgeplant worden.


De plek met Oregano. In volle bloei, over het hoogtepunt heen, beetje uitgedroogd maar nog steeds zeer aromatisch. Staat hier kennelijk op een juiste plek met goede grondstructuur van klei en stenen en juiste hoeveelheid licht. Felle zon tussen 12 en 16 uur, dan afnemend en zeer beschut. De laatste pluk gedaan voor tomatensaus.