De operatie

Midden oktober naar het Martini Ziekenhuis voor een gesprek met de oncoloog en de chirurg die de operatie gaat uitvoeren. Ik heb eerst een afspraak met de chirurg, om 9 uur, maar om 9:20 zit ik nog in de wachtkamer. Ik moet weg want om 9:30 moet ik bij de oncoloog zijn.
Als ik de wachtkamer wil verlaten hoor ik achter me "Mevrouw Bosman?"
Ik kijk om en zie een man staan zonder doktersoutfit. "Dat ben ik". "U vindt dat u al moet vertrekken? Ga uw gang als u er zo over denkt!" "Om half tien moet ik bij een collega van u zijn, dat haal ik nauwelijks." "Oh, kom dan maar mee naar mijn kamer dan bel ik die collega wel op."
En zo wordt het toch nog gezellig op de kamer van de chirurg.

De blik waarmee ze me aankijken voorspelt niet veel goeds. Misschien hoort dit bij hun beroep, kijken naar iemand die ongeneeslijk ziek is. Terwijl ik mij goed gezond voel. Niets doen is ook een optie denk ik dan, zeker na die chemokuren. Dat heb ik al eens naar voren gebracht maar krijg daar geen reactie op.

De oncoloog wil eerst het kankergezwel zo klein mogelijk maken met chemo en wat achterblijft verwijderen met een andere ingreep. Fase 1 hebben we gehad.
De chirurg is nu in fase 2 aan de beurt en heeft er alle vertrouwen in, ondanks de dubbele draaiing van mijn wervelkolom, mijn S rug. Daar moet hij eerst wat aan doen en pas dan kan hij doorstoten naar de rechterlong. Die kankercellen kunnen overal in vergroeid zijn, ook in de ribben die dan stuk voor stuk schoon geschraapt moeten worden. Ik snap niet hoe je bij zo'n immense klus aan een positief resultaat kunt denken.

De datum van de operatie wordt vastgesteld, 20 november, een dag na mijn verjaardag. Vandaag is het prachtig weer en ik denk aan mijn paleis met het wilde grasland en de picknicktafel. Ik ben al gestopt met roken en alcohol. Om nu al een afspraak te maken mijn ribben door te zagen en uit te benen en een long te verwijderen ... Ik wijs de heren erop dat ik het moeilijk vind de noodzaak van een operatie in te zien. Ik voel mij niet ziek. 

Het gesprek krijgt een andere wending. De oncoloog maakt duidelijk dat wij hier niet zitten om een operatie af te spreken die ik niet wil. Hij vindt een operatie de beste oplossing en heeft er alle vertrouwen in. De testresultaten hebben aangetoond dat mijn conditie goed is en hij gaat ervan uit dat alle kankercellen weggehaald worden, van een succes dus. De chirurg gaat een stapje verder. Hij wil proberen de onderste kamer van mijn long te behouden. Daar is geen kanker in vastgesteld, maar dat kan hij pas tijdens de operatie beoordelen.

Een long meer of minder. Met één long schijn je ook te kunnen leven, misschien valt het allemaal wel mee. De kanker is groot en de kans op uitzaaiingen wordt steeds groter. Wachten maakt mijn kansen kleiner. Eigenlijk heb ik geen alternatief. Van de chirurg weet ik dat hij eerst in Delft een technische opleiding heeft gevolgd en daarna is  overgestapt naar geneeskunde. Apart. Ik maak een afspraak voor de operatie.

En zo wordt ik op 20 november 's morgens vroeg de operatiezaal binnen gereden. Er heerst een vrolijke drukte, er wordt veel naar buiten gekeken en gezwaaid. Het is de dag van de Landelijke ziekenhuisstaking. Het achterblijvende personeel zwaait de collega's uit die met bussen naar de landelijke manifestaties gaan. Ik val dus met mijn neus in de boter, iedereen is opgewekt en vrolijk. Mijn operatie gaat gewoon door en uren later lig ik in de uitslaapkamer bij te komen.


Als ik ontwaak denk ik dat ik thuis in mijn eigen bed lig. Het zonnetje schijnt heerlijk door de raampjes van de serre naar binnen en ik voel mij super. Oh, ik schrik wakker, ik moet naar het ziekenhuis voor een operatie! Dat was al vroeg! Helemaal vergeten! Als ik verder uit mijn narcose ontwaak merk ik dat ik in de uitslaapkamer van het ziekenhuis lig. Ik leef nog! Ik wordt naar de IC gereden en een paar dagen later naar de afdeling.

Saturatie is het nieuwe ding, een maat voor het zuurstofgehalte in je bloed. Met een saturatiemeter om je vinger wordt gemeten hoe hoog dat is in procenten. Dat moet 96 tot 100 % zijn voor gezonde mensen. Op mijn afdeling hebben alle patiënten een te lage saturatiewaarde en krijgt iedereen zuurstoftherapie. Een zuurstofbril zorgt er dan voor dat zuurstof door een slangetje met twee uiteinden je neus binnen komt en op de plaats wordt gehouden doordat het slangetje achter je oren zit. Net als een bril. Het andere uiteinde van de slang zit aan de zuurstoftoevoer.
Na 14 dagen moet ik de afdeling verlaten. Revalidatiecentrum de Maartenshof wordt de nieuwe plek waar ik het liefste heen wil. Vanwege de goede ervaringen in het verleden en vooral vanwege de super goede fysiotherapie die ze daar hebben.