Vrijdag 25-01-2012: Sneeuw!

Het is echt winter geworden met vette kou en veel sneeuw. Voordat het voorbij is, morgen en vooral overmorgen komt de grote dooiaanval, een paar plaatjes schieten van het verstilde landschap. Baggerend door de sneeuw eerst langs het Koninginnenbos, achter langs het wilde stuk, terug langs de Lange rietlaan.




Vrijdag 11-01-13: Rondje waterweiland

Het riet in de 140 meter lange slootkant tussen de boer en mij is weggehaald. Het uitzicht is weer 6 km ver met een blikveld van zuidwest naar noordoost over kaal land waar de ruigste winden en stormen aan komen rollen. Want daar komt de wind altijd vandaan.
Het heeft al weken geregend, het water is boven het maaiveld gestegen, zoals gewoonlijk tijdens de wintertijd. Ik kan weinig doen, kappen, snoeien, opruimen en plannen maken. Vandaag gaat Naiem 2 wilgen knotten, ik ga eerst het natte weiland fotograferen.

Het water in het moeras staat hoog, de houten pallet die als brug dient moet vervangen worden door iets professionelers.

Het ingezaaide moeras loopt over in nat weiland waar enkele jaren later gezaaid is met vorig jaar de eerste bloei waarbij Kleine ratelaar flink vertegenwoordigd was. Toch overheerst daar het gras. Nu, in het tweede bloeijaar en na de eerste natte winter, hoop ik dat het gezaaide bloemenmengsel van de Cruydthoeck (natte tot vochtige, min of meer voedselrijke gronden) meer succes heeft in de strijd tegen het gras. Zo te zien is er al veel in aantocht, distels, waarschijnlijk de Kale jonker, zijn duidelijk herkenbaar. Dit geeft hoop.




Ik loop in de lengte van het weiland naar achteren, richting Antonheuvel. Ongeveer in het midden waar de bodem lager is, langs een soort natuurlijke geul. Het gras ligt hier onder het wateroppervlak. Dit bodemverschil ga ik gebruiken/accenturen, hier en daar dieper uitgraven, omspitten met tuinaarde, inzaaien. Stukje voor stukje. Als zaadmengsel kies ik nog 1 keer hetzelfde bloemenmengsel van de Cryudthoeck, dan met zaad uit eigen tuin en verplanten want het moeras waar ik mee begonnen ben is veel te vol en geeft zaad in overvloed.
Het verschil tussen deze "natte geul" en de "moerasplek" is dat er geen extra watertoevoer in de zomer is (er loopt water uit de dakgoot via buizen naar de moerasplek) en de natte geul ligt open en bloot in zon en wind: snelle uitdroging. Maar als ik in september/oktober na lange droogte met de bosmaaier ga maaien blijken veel plekken op dit stuk met hoogteverschillen en gemengde grassoorten, nog behoorlijk vochtig. Het proberen waard.


Van Teetje een rode vlier gekregen, een week geleden gebracht. Tegen de Antonheuvel aangeplant. Waarschijnlijk is het de Sambucus nigra thundercloud.



Als we na het planten door de tuin lopen (soppen) wijst Theo mij op een boompje dat op een heuvel is gaan groeien, nog heel klein en met een merkwaardig kurkachtige structuur op het stammetje. Theo denkt dat het de Kardinaalsmuts is. In de gaten houden en vergelijken met de informatie op Wilde planten.


En dan valt me de mooie rode kleur op van de Kornoelje tussen het riet. Dat riet had ik al lang weg moeten halen maar ik moet zeggen, zonder dat riet is het plaatje minder mooi. Meer Kornoelje dus op die plek, in verschillende kleuren, en het riet 's winters laten staan, althans op deze plek.

Terug bij Naiem. Er is weer veel gebeurd. De kleine wilg is helemaal geknot.


Naiem heeft alle takken van de wilgen op de dam tussen het bouwland van de boer en mijn land gelegd. Tegen de overlast van herten en ander ongedierte die voorgaande winters enorme schade veroorzaakten aan (fruit)bomen en (bessen)struiken. Dit jaar nog niet, omdat het niet lang genoeg koud is geweest? In ieder geval een goede barrière voor de rest van de winter.